Tissage La Flandre

Toen de Société d’Electricité de l’Ouest de la Belgique op zoek ging naar een locatie voor een elektriciteitscentrale in Zuid-West-Vlaanderen, lag Zwevegem voor de hand. Niet alleen door de aanwezigheid van een spoorlijn en het kanaal Bossuit-Kortrijk, maar ook omdat er enkele grote fabrieken in de buurt lagen die vragende partij waren om elektriciteit af te nemen. Zo was de elektriciteitsmaatschappij al meteen zeker van een aantal grote klanten. Draadtrekkerij Bekaert was een van die klanten, net als Tissage La Flandre, een weverij die net naast de centrale lag langs het kanaal.

 

 

Een sterke groeier

De textielsector was sowieso tot rond de Tweede Wereldoorlog een zeer belangrijke sector in Zuid-West-Vlaanderen, verder bouwend op het succes van de vlasnijverheid langs de Leie. In Zwevegem alleen al vond je rond eind 1800 honderden thuiswevers. Maar de industriële revolutie veroverde er ook de textielsector, wat resulteerde in diverse industriële weverijen. De bekendste in Zwevegem was ongetwijfeld Tissage La Flandre. Deze ging van start in 1885 in een vroegere suikerfabriek en specialiseerde zich in matrastijk en gordijnstoffen. Het bedrijf begon met vijf weefgetouwen, maar amper vijf jaar later, in 1890, werd de fabriek al uitgebreid. Er waren toen twee chefs en net geen 200 arbeiders. Nog eens vijf jaar later telde La Flandre al 360 werknemers.

 

 

Een goede klant …

Om nog verder te kunnen groeien had La Flandre nood aan energie, letterlijk. Vanaf 1896 had La Flandre al een eigen elektrogeengroep in gebruik. Deze leverde stroom voor vier booglampen en 425 carbidelampen. Maar Tissage La Flandre wilde meer en was dan ook een van de voorvechters van een elektriciteitscentrale in Zwevegem. Toen de centrale in 1913 effectief van start ging, was La Flandre, naast andere grote fabrieken en de gemeente Zwevegem, meteen klant. Doorheen de jaren werden diverse grote contracten gesloten tussen de twee buren. Niet alleen voor de levering van elektriciteit trouwens: toen de centrale net na de Tweede Wereldoorlog ook stoom begon te produceren, sloot La Flandre meteen aan op het stoomnet.

Ook de werknemers van beide grote bedrijven vonden elkaar, vooral dan in de zoektocht naar ontspanning tussen het harde werk door. Zo hadden zowel La Flandre als de elektriciteitscentrale een eigen voetbalploeg. De twee ploegen speelden niet alleen tegen elkaar, maar vormden tijdens de Tweede Wereldoorlog samen één ploeg omdat diverse spelers krijgsgevangen genomen waren. Nog tijdens de Tweede Wereldoorlog toverden werknemers van La Flandre in hun vrije tijd de teerputten tussen de twee fabrieken om tot openluchtzwembaden. Ze kregen daarbij de steun en het gezelschap van de werknemers van de centrale. 

 

 

… maar minder goede buren

Toch was het niet altijd koek en ei tussen de buren. Tissage La Flandre had het in de beginperiode van de elektriciteitscentrale bijzonder moeilijk met de milieuhinder. Het produceren van elektriciteit met steenkool bracht immers heel wat stof en roet met zich mee. De hele buurt, en dus ook Tissage La Flandre, kwam onder te zitten. De buurtbewoners konden geen groenten in eigen tuin meer kweken of de was buiten hangen, maar ook voor La Flandre was de overlast groot. De weefgetouwen en andere machines durfden al wel eens te haperen door het stof dat tot in het binnenwerk binnendrong. Het bleken van stoffen was niet meer evident en de werkruimtes konden onvoldoende worden verlucht. Ook de afgewerkte producten kwamen onder het stof te zitten, wat voor de textielfabriek duidelijk een brug te ver was. Het kwam dan ook meerdere keren tot officieel protest.

 

Vandaag zijn de plooien helemaal gladgestreken. Begin jaren 1970 werd de fabriek stopgezet en kreeg Tissage La Flandre net als Transfo later een nieuwe bestemming. De overgebleven gebouwen bieden nu onderdak aan Ontmoetingscentrum De Brug. Diverse verenigingen en sportclubs hebben er een vaste stek. Samen met de Transfo-site krijg je zo een schitterende plek voor ontspanning, met oog voor het industriële erfgoed van de streek.